Opspringen en ander ongewenst gedrag afleren
Stel je voor: je gaat op visite bij de buurvrouw. Je loopt de woonkamer binnen en de buurvrouw zegt dat je niet op de stoelen mag gaan zitten. Grote kans dat je een beetje beduusd om je heen staat te kijken en je je afvraagt wat ze dan wél van je wil. Wil ze dat je op de bank gaat zitten? Dat je blijft staan? Dat je met haar mee naar de tuin loopt? Uit die ene zin dat iets niet mag kun je niet opmaken wat er wel van je verlangd wordt. Als de buurvrouw daarentegen zegt dat je niet op de stoelen mag zitten en ze vraagt of je op de bank wil gaan zitten, weet je precies wat je moet doen.
Voor jouw hond werkt dit hetzelfde. Zeggen tegen je hond wat hij niet mag, betekent niet automatisch dat de hond het gewenste gedrag gaat laten zien. Bijvoorbeeld: je zegt tegen je hond dat hij niet mag opspringen. Vervolgens gaat de hond daarna uit frustratie maar in je broekspijpen happen. Dat is ook niet wat je wil, waarschijnlijk. Je kunt ook van de hond vragen of hij op zijn plek wil gaan liggen. Dit betekent dan namelijk wel automatisch dat hij dus niet aan het opspringen is. Het is dus belangrijk dat je eerst voor jezelf bedenkt welk gedrag gewenst is. Zo kun je dit bewust vragen. Lekker duidelijk zijn dus. Voor jezelf en voor de hond.
Maar als het zo makkelijk was zoals hierboven beschreven staat, dan hadden wij als hondentrainers geen werk meer ;). Het ligt namelijk net iets ingewikkelder. En dat is wat het soms wat lastiger maakt.
Vind je het gedrag eigenlijk wel ongewenst?
Stel je voor dat de hond opspringt als je thuis komt omdat hij blij is. Wellicht vind je het best wel gezellig dat je hond dit doet. Als de buurvrouw dan zegt dat het toch echt ongewenst gedrag is, mag je je afvragen of je daar wat mee moet. Wat opspringen in ieder geval niet is, is zogenaamd dominant gedrag. Een hond springt namelijk niet omdat hij jou “niet zou respecteren”. En al helemaal niet omdat hij je de baas wil zijn. Vind jij het gezellig als jouw hond even opspringt als je thuiskomt, maar is je schoonmoeder in haar nette panty daar niet van gediend? Wees daar dan op bedacht en leer je hond een duidelijke cue aan om te voorkomen dat hij gaan opspringen. Of zeg tegen je schoonmoeder dat ze geen nette panty moet aandoen als ze bij je langskomt ;).
Nu ja is altijd ja. Ook als je hond volgroeid en vies en/of nat is
In de meest ideale situatie bedenk je je, als de hond nog een puppy is, of bepaald gedrag ook nog schattig of leuk is als hij volgroeid is. Als je je hond namelijk van pup af aan leert dat hij bezoek moet begroeten met vier pootjes op de grond valt er geen ongewenst gedrag af te leren. Het rustig begroeten van bezoek wordt dan een gewoonte. Bedenk je ook dat wanneer je bepaald gedrag toelaat je dit in wezen ook toelaat als de hond vies en/of nat is. Want het altijd toelaten en dan opeens niet, dat snapt je hond echt niet. Wat je dan wel weer kunt doen is je hond een cue aanleren om aan te geven dat de hond met vier pootjes op de grond moet blijven.
Waarom doet een hond wat hij doet?
Dieren doen nooit iets zonder daar een, voor hen, logische rede voor te hebben. Alles wat een hond doet is volgens hem volstrekt logisch om op dat moment te doen. Een hond blaft omdat hij het bezoek spannend vindt, springt op omdat hij zijn enthousiasme wil uiten, pakt jouw pantoffels omdat hij dan aandacht krijgt of graaft in de tuin omdat hem dat een plezierig gevoel geeft. Kortom: een hond heeft geen besef van goed of fout, alleen van oorzaak-gevolg.
Ga op zoek naar de achterliggende oorzaak
Het is dan ook belangrijk om de achterliggende oorzaak achter bepaald gedrag te achterhalen. Laten we voor het gemak bij het voorbeeld van het opspringen blijven. Honden kunnen meerdere redenen hebben om op te springen. Het kan onder anderen een uiting zijn van enthousiasme (wat fijn dat je weer thuis bent), spanning (ik vind jou spannend, kijk hoe leuk ik ben. Doe me alsjeblieft geen kwaad) of aandacht vragen (hoi, wil je iets met mij gaan doen?). En dan heb je ook nog de honden die springen vanuit een gewoonte. Het is ze simpelweg nooit geleerd wat ze wel moeten doen. Het gedrag maakt dus deel uit van een bepaald ritueel. De rede dat je de onderliggende oorzaak moet uitzoeken is omdat de aanpak in training verschilt. Een hond die springt vanuit spanning zal eerst moeten leren hoe hij anders om kan gaan met spannende situaties. Een hond die springt ‘om het springen’ kan makkelijker alternatief gedrag (bijvoorbeeld ‘laag’ of ‘plaats’) worden aangeleerd.
Als je de onderliggende oorzaak hebt weten te vinden, kun je beginnen met het afleren van het gedrag. Of nou ja, beter gezegd met het ombuigen. Mocht het nou niet lukken om dit uit te , kijk eens of er een hondentrainer bij jou in de buurt is die je hier mee kan helpen) Bedenkt dus welk gedrag je niet wil en vooral welk gedrag je dus wel wil. Daarna kun je beginnen met de training.
Voorkom dat de hond de fout in kan gaan
Stel je voor: je hebt een hond hebt die bezoek spannend. Als overcompensatie voor de spanning springt de hond op. Het gedrag wat je niet wil het opspringen. Het gedrag wat je wel wil is dat de hond bijvoorbeeld rustig naar zijn plaats gaat als het bezoek binnen komt. Het aanleren bestaat dan uit verschillende onderdelen. Ten eerste De hond het commando ‘plaats’ aanleren (en kies daarbij een tactische plek waarvan je weet dat de hond niet door het bezoek gestoord wordt). Ten tweede het oefenen wanneer er iemand binnenkomt.
Als je nog in de aanleerfase bent, zorg dan dat je de omgeving goed kunt managen. Je moet namelijk kosten wat kost voorkomen dat de hond de fout in kan gaan. Gebeurt dit wel, dan zet je jezelf in de training een paar stappen terug. Dus totdat de hond heeft geleerd wat het gewenste gedrag is, kan het helpen om de hond wanneer er bezoek komt te begrenzen door een traphekje te plaatsen of de hond aan te lijnen zodat hij niet op kan springen. Daarnaast beloon je uiteraard het gewenste gedrag dat de hond laat zien (zoals rustig met vier pootjes op de grond wachten).
Het vinden van de juiste beloning
Sommige honden zijn erg voer gemotiveerd. Andere honden zijn beter bereid zich in te zetten tijdens het trainen voor een speeltje. Als vuistregel kun je stellen dat de hond na het krijgen van zijn beloning direct weer gefocust is om meer van datgene te krijgen en daar wat voor te doen. Geef je de hond dus zijn beloning en gaat hij daarna direct bezig met iets anders, dan mag je je afvragen of de hond dit op dit moment als beloning ervaart. En ja, wat de hond als beloning ervaart kan verschillen van moment tot moment. In de regel is het zo dat de waarde van de beloning moet worden opgehoogd als er:
- Een nieuwe oefening moet worden aangeleerd;
- Meer leuke of spannende prikkels zijn (en dus meer afleiding).
Dus stel je voor dat de hond tijdens het oefenen met de ‘laag’ dit prima doet voor zijn eigen voer bij jou, dan kan het, zeker tijdens het aanleren, zijn dat je met iets veel lekkerders moet komen als je wil dat de hond dit ook doet bij bezoek.
Samengevat
Vertoont jouw hond gedrag waar je niet blij mee bent?
- Bedenk je eerst welk gedrag je wel wil zien van je hond.
- Ga op zoek naar de achterliggende oorzaak waarom jouw hond dit gedrag vertoont.
- Kies, eventueel met hulp van een trainer, een passende trainingswijze.
- Voorkom dat de hond tussendoor de fout in kan gaan door te managen.
- En vooral: houd vol! Soms is het echt een kwestie van het hebben van een lange adem. Want net als bij mensen gaat een gedragsverandering bij honden niet vanzelf. Het kost tijd, energie en veeeeeeeeeeeeel beloningen!
Dit artikel is geschreven door Leah McNair van Silver Linings Hondentraining. Overname is niet toegestaan zonder toestemming. Delen van deze link via sociale media wordt op prijs gesteld.